Vanuit de natuurgeneeskunde wordt er gekeken naar de natuurlijke situatie waarin een dier hoort te leven. Een dier die in zijn natuurlijke behoefte kan worden voorzien zal in het algemeen gelukkiger en gezonder zijn. Wij houden dieren vaak op een onnatuurlijke manier en het is aan ons om te zorgen dat het dier toch zo natuurlijk mogelijk wordt gehuisvest en gevoerd.

Van oorsprong komt het konijn uit Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Het heeft de voorkeur voor grasland en open bosgebieden. Het konijn graaft gangenstelsel met verschillende kamers en uitgangen. Bij ons worden veel konijnen alleen gehouden, maar er komt steeds meer het besef dat het groepsdieren zijn. Door het alleen huisvesten van groepsdieren komen er vaak gedragsproblemen en gezondheidsproblemen voor.

Een gedragsprobleem is vaak pas een probleem wanneer een eigenaar dat een probleem vindt, maar een konijn wat alleen maar stil in een hoekje van een hok zit heeft eigenlijk een gedragsprobleem. Een konijn hoort nieuwsgierig en actief te zijn. Doordat een konijn niet actief is krijgen ze vaak spijsverteringsproblemen. Goede beweging geeft goede beweging in de spijsvertering.  

Konijnen kunnen prima het hele jaar buiten gehouden worden als ze maar de mogelijkheid hebben om te schuilen voor regen en tochtvrij kunnen zitten. Zelf heb ik een houten konijnenhok, onder een afdak, voor ze waar ze in kunnen als ze willen en een stuk binnenruimte in een schuur. Dus meerdere schuilplaatsen is wel aan te raden. 

Het gebit en problemen.

Het konijn is een haasachtige en deze onderscheiden zich van de knaagdieren door de snijtanden in het bovengebit. Een knaagdier heeft er twee naast elkaar in de bovenkaak, een haasachtige vier, twee aan twee achter elkaar in de bovenkaak.

Tijdens het volgen van mijn opleiding tot natuurgeneeskundige voor dieren liep ik stage bij een aantal dierenartsen. De 1^e keer dat er een konijn kwam met gebitsproblemen dacht ik dat dit toeval was. Ik heb mijn hele leven al konijnen onder diverse omstandigheden gehad, maar nog nooit gebitsproblemen bij mijn konijnen gehad. Maar er volgden vele konijnen tijdens de spreekuren met gebitsproblemen. Na een paar konijnen met gebitsproblemen, vroeg ik aan de dierenarts of dit vaak voorkomt en dat bleek dus zo te zijn. Bij navraag over de voeding kwam haast altijd naar voren dat de konijnen als basisvoer brok kregen met een zeer klein beetje groenvoer erbij en wat hooi. Dit is bij mijn konijnen anders, die krijgen onbeperkt hooi en eigenlijk geen brok. Verder voer ik met de seizoenen mee, wat er buiten groeit krijgen ze, dus met name gras. Nu weet ik dat ik geluk heb met een grote tuin thuis en dat mijn vader op een hobbyboerderij woont, daar haal ik ook zakken gras en (on)kruiden weg. Van belang is dat het gras niet bespoten is met gif zoals insecticide of onkruidverdelgers. In de winter, met weinig tot geen gras, voer ik ze andijvie, wortel, appel, witlof etc.

Een konijn heeft een  gebit met een aparte anatomie, het is hypsodont aradiculair, dat houdt in dat de tanden geen echte wortel hebben en levenslang doorgroeien. De tanden groeien constant, maar ze slijten door eten. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen waardoor een konijn toch doorgroeiende tanden kan hebben ondanks goed voer. Het gebit kan ook niet goed op elkaar passen waardoor het niet goed afslijt.

Onvoldoende afslijten kan komen door te zacht voer, dat wil zeggen voer wat onvoldoende slijtende eigenschappen heeft. Door het te lang doorgroeien van de tanden kunnen ze allerlei andere afwijkingen krijgen bijv. aan de kaken.

Het ideale dieet voor een konijn bestaat uit gras, hooi, groenten, kruiden en fruit. Bepaalde kruiden, groenten en fruit met mate. Af en toe kunnen brokjes gegeven worden, maximaal 10 % van het totale dieet. Dit dieet zorgt ervoor dat het gebit goed slijt, maar ook dat het spijsvertering goed blijft. Het is van belang dat als een konijn dit dieet niet gewend is het langzaam te laten wennen aan allerlei verse producten.

Wanneer een konijn echt afwijkingen aan het gebit heeft zou het eigenlijk uit moeten worden gesloten van de fokkerij om toekomstige problemen bij het nageslacht te voorkomen. Een dier kan een prima leven hebben met een afwijking, maar het is jammer als dit doorgegeven blijft worden aan volgende generaties.

Voorbeelden van een aantal nuttige planten voor konijnen en andere dieren:

Onderstaande planten kunnen aan de meeste dieren gegeven worden, mits schoon,  met mate en van een goede kwaliteit. Ook is het belangrijk dat de dieren kunnen kiezen of ze het willen eten, dus niet alleen deze planten aanbieden maar ook ander (groen)voer. Vaak zie je dat ze uitkiezen wat ze nodig hebben, een dier heeft wat dat betreft nog een beter besef wat goed voor ze is dan wij.

Bij deze planten wordt slechts een klein stukje van de toepassingen belicht. Voor meer informatie kunt u diverse boeken en het internet raadplegen. Voor een uitgebreid advies kunt u mij of een andere natuurgeneeskundige raadplegen.

Het is niet de bedoeling dat de kruiden een goede medische behandeling vervangen, maar ze kunnen ondersteunen en preventief ingezet worden.

- Paardenbloem

Botanische naam: Taraxacum officinalis

De paardenbloem is algemeen voorkomend. De plant bevat o.a. vitaminen (A, B, C en D), mineralen (calcium, natrium, kalium, silicium, ijzer, mangaan en zwavel) en inuline (werkt als insuline, regelt de suikeromzetting, bloedsuikerverlagend). Het wordt graag gegeten door dieren  (met mate aanbieden) en heeft ook een heilzame werking op allerlei organen. Paardenbloem stimuleert en reinigt de lever. Ook stimuleert de paardenbloem de spijsvertering via de lever en de alvleesklier. 

- Pepermunt

Botanische naam:  Mentha piperita

Er zijn vele soorten munt, mentha piperita is het bekendst en komt het meeste in de tuin voor. Er is bijvoorbeeld ook watermunt. Bij dieren een heel goed kruid voor de spijsvertering. Het kan helpen bij teveel maagzuur, diarree, gas, algemene maagklachten, misselijkheid (denk ook aan reisziekte), overgeven, slechte vertering, winderigheid en koliekpijn. Het heeft een krampwerende invloed op de gladde spieren van de spijsvertering.  Wanneer een dier last heeft van koliek of gas in het spijsverteringskanaal kan het verlichting geven, bij ernstige klachten altijd naar de dierenarts gaan.

- Peterselie

Botanische naam: Petroselinum sativum.

Dit is een keukenkruid die vaak in de tuin staat of in een potje op het aanrecht. Het kan werken  tegen winderigheid en koliek, het werkt vochtdrijvend en bij allerlei blaas- en nierproblemen. Het is een eetlustopwekker.

- Weegbree

Hiervan heb je 2 bekende soorten: de grote weegbree, botanische naam Plantago

En de smalle weegbree, botanische naam: Plantago lanceolata.

De smalle weegbree heeft smallere bladen. Deze 2 soorten weegbree zijn haast identiek qua werking, en ze zijn algemeen voorkomend, ze bevatten diverse mineralen zoals Silicium, Calcium, IJzer.

Beide soorten weegbree kunnen helpen bij:

Ze zijn weerstandsverhogend en hebben ontstekingsremmend op de urinewegen. Ze kunnen een teveel aan zand uit het spijsverteringskanaal verwijderen. 

- Goudsbloem

Botanische naam: Calendula officinalis.

Deze plant is in veel tuinen te vinden. De plant met bloemen is algemeen opwekkend voor het lichaam en de geest. Het heeft een lymfedrijvende werking, goudsbloem maakt los wat zich in het lichaam en geest vast heeft gezet. Het stimuleert de spijsvertering en helpt bij het herstel van het hele organisme. 

Let op: niet geven aan drachtige dieren, het zou abortus op kunnen wekken.

- Oost-Indische Kers

Botanische naam: Tropaeolum majus.

Dit is een gekweekte plant die vaak in borders staat. De plant en de bloemen smaken bitter en pittig. Het is een plant met een antibiotische werking, bij allerlei infecties en ontstekingen in te zetten om te ondersteunen. Het is een versterkend kruid, het bevat vitamine C.

Wilt u meer weten over natuurgeneeskunde voor dieren of advies, dan kunt u contact opnemen met mij via email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of kijk op www.dierennatuurlijk.nl.

31-1-2014, Met trots presenteren wij vandaag onze nieuwe website. Hou onze website in de gaten voor de laatste nieuwsberichten.

Heel veel huisdieren hebben last van gebitsproblemen zoals tandsteen, tandplak en tandvleesontsteking. 

Tandplak ontstaat door de combinatie van bacteriën, voedselresten en speeksel. Het hecht zich dagelijks vast aan de tanden. Dit kan niet met water worden weggespoeld. Plak moet verwijderd worden, zodat het geen ernstige problemen kan veroorzaken. Het hoopt zich namelijk op onder de rand van het tandvlees en begint met het opheffen van het tandvlees. Het gevormde plakzakje bevat bacteriën en kan de aanhechting van de tand en het onderliggende been beschadigen. Tandsteen is gemineraliseerd plak. Het is een uitstekende broedplaats voor bacteriën. 

Gebitsverzorging, dus het tegengaan van tandsteen, tandplak en tandvleesontstekingen is belangrijk om dieren gezond te houden. Het mondslijmvlies is sterk doorbloed en bacteriën kunnen zich via de bloedbaan verspreiden. De bacteriën kunnen problemen geven aan de nieren, lever, gewrichten maar ook aan het hart. Niet aangeboren hartklepafwijkingen zijn haast altijd het gevolg van tandvleesontstekingen.

Bij roofdieren in de vrije natuur komen weinig tot geen gebitsproblemen voor. Hun voedsel wordt amper gekauwd, maar het bevat weinig koolhydraten. Teveel koolhydraten (zoals zetmeel) zorgen voor tandplak. Veel huisdieren krijgen brokken en blikvoer als voeding, hier zit vaak een te hoog aandeel koolhydraten in. Bovendien vallen brokken meestal snel uit elkaar en ze zijn niet zo hard zoals de meeste mensen denken.

Bij carnivoren zoals de hond en kat bevat speeksel haast of helemaal geen amylase die helpen bij de spijsvertering. Amylase is een enzym en helpt om koolhydraten af te breken. Bij konijnen, paarden, mensen etc. bevat speeksel wel amylase. Daardoor worden koolhydraten niet worden afgebroken in de mond bij vleeseters blijven er weleens koolhydraten achter op de tanden, dit geeft tandplak. Speeksel bij carnivoren is wel belangrijk, o.a. voor het bevochtigen van het eten om het makkelijker naar de maag te vervoeren. Maar bij herbivoren en omnivoren, zoals de mens, speelt het een grotere rol. De spijsvertering begint bij herbivoren en omnivoren  al in de mond  met de amylase.

Bij herbivoren komen veel gebitsproblemen voor omdat ze te weinig kauwen op hun eten. Brokken geven in 1 x veel energie, maar geven weinig vulling en verteren snel. Bij de meeste herbivoren zoals konijnen en paarden blijft het gebit doorgroeien, dit moet door de juiste voeding slijten, anders geeft het te ver doorgegroeide tanden en kiezen die problemen geven. Vaak zie je ook dat er aan 1 kant wordt gekauwd waardoor het gebit aan 1 kant teveel is doorgegroeid. 

De beste preventie van gebitsproblemen is dus een juiste voeding. Dat is voeding die zo natuurlijk mogelijk is, voor elk diersoort anders. Wanneer dieren last hebben van tandplak zijn er middelen om te helpen, zoals tandenborstels, anti-plak vingers en tandpasta. Als het ernstig is kan een bezoek aan de dierenarts raadzaam zijn om het te laten verwijderen.

_{bron afbeeldingen: brochure Bodagent}

Welkom op de website van DierenNatuurlijk

Praktijk voor natuurgeneeskunde en acupressuur voor dieren.

Heeft u een huisdier met gezondheids- of gedragsproblemen en wilt u samen met uw dier dit op een natuurlijke manier verhelpen of ondersteunen? Neem dan gerust contact op via de e-mail, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Ik kom altijd naar de dieren thuis of op stal om ook de leefomstandigheden te beoordelen.

Mijn werkgebied is heel Nederland. 

Wilt u meer informatie over wat DierenNatuurlijk voor u en uw huisdier kan betekenen, kijkt u dan verder op deze website. Maak uw keuzes in het menu om bij de door u gewenste informatie te komen.

 licentienummer 15.